vleselijke broer Degene die van vader en moeder is.
m. y f. Persona nacida de los mismos padres respecto a otra, o solamente el mismo padre o la misma madre: sus padres le han dicho que va a tener un hermano o una hermana.
m. en f. Iemand geboren uit dezelfde ouders als een ander, of alleen dezelfde vader of moeder: zijn ouders hebben hem verteld dat hij een broer of zus zal hebben.
Persona unida a otra por vínculos espirituales, morales o ideológicos: son hermanos en la fe.
Persoon verenigd met een ander door spirituele, morele of ideologische banden: het zijn broeders in geloof.
Persona que vive en una comunidad religiosa o pertenece a ella: saludó a la hermana tornera.
Persoon die in een religieuze gemeenschap woont of behoort: begroette de turnerzus.
Miembro de una hermandad o cofradía: eligieron al hermano que portaría el estandarte.
Lid van een broederschap of broederschap: ze kozen de broer die het vaandel zou dragen.
Una cosa respecto a otra semejante o que tiene vínculos comunes: el portugués y el español son lenguas hermanas.
Het ene met betrekking tot het andere vergelijkbaar of dat heeft gemeenschappelijke banden: Portugees en Spaans zijn zustertalen.
hermano consanguíneo o hermano de padre El que solo lo es de padre.
bloedbroeder of broer van vader Degene die alleen vader is.
hermano de leche Respecto de una persona, hijo de la nodriza que lo amamantó, y viceversa.
melkbroeder Over een persoon, zoon van de natte verpleegster die hem borstvoeding gaf, en vice versa.
hermano político Véase cuñado .
zwager Zie zwager .
hermano uterino o hermano de madre El que solo lo es de madre.
baarmoeder broer of broer van moeder Degene die alleen moeder is.
hermanos siameses Los que nacen unidos por alguna parte de su cuerpo.
Siamese broeders Zij die geboren worden, verenigd door een deel van hun lichaam.
medio hermano El que solo lo es de padre o madre.
halfbroer Degene die alleen vader of moeder is.
tr. y prnl. Unir, armonizar, compatibilizar dos o más cosas: sus textos hermanan el clasicismo y la modernidad.
Tr. en prnl. Verenigen, harmoniseren, verzoenen twee of meer dingen: zijn teksten combineren classicisme en moderniteit.
Unir, hacer a uno hermano de otro en sentido místico o espiritual: la desgracia les ha hermanado.
Om zich te verenigen, om de ene broeder van de andere te maken in mystieke of spirituele zin: ongeluk heeft hen verbroederd.
Establecer vínculos institucionales entre dos países o ciudades: el pueblo se ha hermanado con su vecino.
Institutionele banden leggen tussen twee landen of steden: het dorp is verbroederd met zijn buurman.