Firme de carácter: se mostró muy entero ante el juez.
Karaktervast: hij was heel heel voor de rechter.
Recto, justo, íntegro: es muy entero en sus juicios.
Recht, gewoon, heel: hij is heel heel in zijn oordelen.
mat.[Número] que consta de una o más unidades completas, a diferencia de los decimales o los quebrados.
mat. [Getal] bestaande uit een of meer volledige eenheden, in tegenstelling tot decimalen of gebroken eenheden.
[Mujer] que no ha perdido la virginidad: soltera y entera.
[Vrouw] die haar maagdelijkheid niet heeft verloren: alleenstaand en heel.
m. En Bolsa, variación en los valores de cotización, equivalente a la centésima parte del valor nominal de los mismos: la cotización de nuestras acciones ha subido cuarenta enteros.
m. Op de beurs, variatie in de noteringswaarden, gelijk aan een honderdste van de nominale waarde van hetzelfde: de prijs van onze aandelen is veertig gehele getallen gestegen.
amer. Entrega de dinero.
Amer. Levering van geld.
por entero loc. adv. Por completo.
helemaal loc. adv. Volledig.
tr. Informar a uno de algo. También prnl.: me enteré de su ascenso por la prensa.
Tr. Informeer iemand over iets. Ook prnl.: Ik hoorde van zijn opkomst uit de pers.
prnl. Darse cuenta: el interesado siempre es el último en enterarse.
prnl. Let op: de geïnteresseerde is altijd als laatste op de hoogte.