%%: 意味、定義と翻訳

スペイン語辞典%dictionary_xs%オランダ語

enfermaとは何ですか?enfermaziekです

ziekとは何ですか?

  • intr. y prnl. Contraer una enfermedad: enfermó de gripe.
    intr. en prnl. Ziek worden: Je werd ziek van de griep.
  • tr. Causar enfermedad.
    Tr. Ziekte veroorzaken.
  • Desagradar, disgustar: me enferma su obstinación.
    Ongenoegen, walging: ik word ziek van zijn koppigheid.
  • adj. y s. Que padece alguna enfermedad: ha pedido la baja laboral porque está muy enferma.
    bn. en s. Die lijdt aan een ziekte: ze heeft ziekteverlof aangevraagd omdat ze erg ziek is.