Vad är encima? encima heter over
Vad är over?
- adv. l. En lugar o puesto superior respecto de otro inferior: vivo un piso encima de ti.
Adviseur. l in plaats of top standpunt ten aanzien van een andere lagere: een vloer op de top van je leven.
- Sobre sí, sobre la propia persona: no llevo dinero encima.
Over zichzelf, over de persoon: Ik houd niet geld.
- Muy cerca: tenemos encima una tormenta.
Nabijgelegen: hebben tot een storm.
- adv. c. Además: ¡y encima pretendes que me lo crea!
Adviseur. c. Bovendien: en doen alsof ze het geloof me!
- echarse algo encima loc. Sobrevenir u ocurrir antes de lo previsto.
iets over loc. gooien Zich voordoen of ontstaan eerder dan verwacht.
- echarse encima de alguien loc. Acosarlo, asediarlo: se le echaba encima con cualquier excusa.
gooi jezelf bovenop iemands loc. Val hem lastig, beleger hem: hij werd met elk excuus op hem gegooid.
- estar encima de alguien o algo loc. col. Vigilarlo, controlarlo muy de cerca: siempre está encima de sus empleados.
bovenop iemand of iets zitten. col. Houd het in de gaten, controleer het heel goed: het zit altijd bovenop je medewerkers.
- por encima loc. adv. Superficialmente, de pasada: lo leyó por encima.
boven loc. adv. Oppervlakkig, terloops: hij las het hierboven.
- por encima de alguien o algo loc. prepos. A pesar de ello; contra su voluntad: lo hizo por encima de sus recomendaciones.
boven iemand of iets loc. prepos. Desondanks; tegen zijn zin: hij deed het boven zijn aanbevelingen.