[Persona] de malas intenciones que inspira menosprecio. También s.:¿cómo te atreves a presentarte aquí, desgraciado?♦ Se usa con valor despectivo.
[Persoon] van kwade bedoelingen die minachting inspireren. Ook s.: hoe durf je jezelf hier te presenteren, helaas? ♦ Het wordt gebruikt met denigrerende waarde.
tr. Dañar o impedir el desarrollo de una persona o cosa. También prnl.: se desgració la cosecha.
Tr. Het schaden of belemmeren van de ontwikkeling van een persoon of ding. Ook prnl.: de oogst werd ontvet.
Quitar a algo la gracia, estropear su aspecto: con esos volantes ha terminado de desgraciar la falda.
Neem de gratie van iets weg, verwen zijn uiterlijk: met die ruches is het de rok schandelijk geëindigd.
col. Hacer daño, herir:¡que alguien los separe, que se van a desgraciar!♦ Se conj. como cambiar .
kool. Kwetsen, kwetsen: laat iemand ze scheiden, ze zullen te schande worden gemaakt! ♦ hoe te veranderen .