cuándo-Wanneer betydelser, definitioner och översättningar

Spanska ordbok%dictionary_xs%Nederländska

Vad är cuándo? cuándo heter Wanneer

Vad är Wanneer?

  • adv. interrog. En qué momento: ¿cuándo firmarás el contrato?

    adv. ondervraging. Op welk moment: wanneer teken je het contract?

  • m. El momento en el que ocurre algo: ignoro el cuándo de estos acontecimientos.

    m. Het moment waarop er iets gebeurt: ik weet niet wanneer van deze gebeurtenissen.

  • adv. relat. Introduce oraciones que expresan tiempo, en las que equivale al momento en que se hace algo: cuando llegué a la fiesta ya se estaba acabando.

    adv. relat. Het introduceert zinnen die tijd uitdrukken, waarin het gelijk staat aan het moment waarop iets wordt gedaan: toen ik op het feest aankwam, was het al op.

  • conj. Puesto que, si, ya que: cuando se queja, por algo será.

    Conj. Sinds, ja, sinds: als je klaagt, voor iets zal het zijn.

  • En caso de que, o si: cuando ya no hay remedio, ¿de qué sirve lamentarse?

    In dat geval, of als: als er geen remedie is, wat heeft het dan voor zin om te klagen?

  • Acompañado de aun, equivale a aunque: no te creería aun cuando me lo jurases.

    Vergezeld van zelfs, het staat gelijk aan hoewel: ik zou je niet geloven, zelfs als je het me zou zweren.

  • En frases sin verbo tiene función prepositiva: yo, cuando joven, gustaba de ir a las fiestas de los pueblos.

    In zinnen zonder werkwoord heeft het een prepositieve functie: ik ging als jongeman graag naar de feesten van de dorpen.

  • cuando quiera que loc. conjunt. Siempre que: cuando quiera que vayas está abierto.

    wanneer u loc. conjunt. Wanneer: wanneer je maar gaat is het open.

  • de cuando en cuando loc. adv. Algunas veces, de tiempo en tiempo: de cuando en cuando me fumo un cigarro.

    van tijd tot tijd loc. adv. Soms, van tijd tot tijd: af en toe rook ik een sigaar.

Sök ord

Uppgradera din upplevelse