intr. Masticar el alimento en la boca y pasarlo al estómago: comes muy deprisa. También tr.: come más despacio la carne.
Intr. Kauw het voedsel in de mond en geef het door aan de maag: je eet heel snel. Ook tr.: eet het vlees langzamer.
Alimentarse: no estoy comiendo bien.
Voeding: Ik eet niet goed.
Tomar la comida principal: comeremos a las dos.
Neem de hoofdmaaltijd: we eten beide.
tr. Tomar determinado alimento: comer pescado.
Tr.. Neem bepaalde voeding: eet vis.
Producir comezón física o moral: me comen los celos.
Produceer fysieke of morele jeuk: ik word opgegeten door jaloezie.
Gastar, corroer, agostar: el agua come las piedras.
Uitgaven, corroderend, vermoeiend: water eet stenen.
En algunos juegos, ganar una pieza al contrario: me comió la reina y me dio jaque.
In sommige spellen, het winnen van een stuk integendeel: ik at de koningin en gaf me cheque.
Avejentar, estropear una cosa, sobre todo referido al color o a su intensidad.
Veroudering, het bederven van een ding, vooral met betrekking tot kleur of intensiteit.
prnl. Cuando se habla o escribe, omitir alguna cosa: comerse un párrafo, un acento.
Prnl. Als je praat of schrijft, sla dan iets over: eet een alinea, een accent.
Llevar encogidas ciertas prendas de vestir: comerse los calcetines.
Draag bepaalde kledingstukken: eet je sokken op.
comer a dos carrillos loc. adv. Comer con glotonería.
eet twee rijstroken loc. adv. Eet met gulzigheid.
comer a alguien el coco loc. col. Intentar convencerlo insistiendo demasiado: si no quiere, ya le comeremos el coco.
eet iemand de kokosnoot loc. col. Probeer hem te overtuigen door te veel aan te dringen: als hij dat niet wil, eten we zijn kokosnoot op.
comerse uno el coco loc. col. Pensar demasiado en una misma cosa, darle vueltas: por mucho que me como el coco, no sé si aceptar tu propuesta.
eet een van de kokosnoot loc. col. Denk te veel na over hetzelfde, geef het een draai: hoe leuk ik de kokosnoot ook vind, ik weet niet of ik je voorstel moet accepteren.
echar a alguien de comer aparte loc. Ser muy especial, ser distinto a los demás de su clase.
gooi iemand uit het eten van loc. Om heel speciaal te zijn, om anders te zijn dan de anderen in je klas.
no comerse un rosco o una rosquilla loc. col. No ser afortunado en el amor, no encontrar pareja: desde que me separé no me he comido un rosco.
eet geen donut of loc. kool donut. Geen geluk in de liefde, geen partner vinden: sinds ik uit elkaar ben, heb ik geen rosco gegeten.
sin comerlo ni beberlo loc. col. Sin haberlo buscado ni provocado: sin comerlo ni beberlo, nos vimos envueltos en la trifulca.
zonder het te eten of te drinken loc. col. Zonder ernaar te zoeken of te provoceren: zonder het te eten of te drinken, werden we overspoeld door de kwantificabele.