tr. Hacer que un alimento crudo llegue a estar en disposición de poderse comer, calentándolo en un líquido puesto al fuego: ¿has cocido ya la legumbre?
Tr. Maak een rauw voedsel beschikbaar om te eten, verhit het in een vloeistof die in brand wordt gestoken: heb je de peulvruchten nog gekookt?
Someter a la acción del calor del horno pan, cerámica, piedra caliza, etc., con el fin de que adquieran determinadas propiedades: has cocido demasiado el pan y ahora está muy duro.
Zich te onderwerpen aan de hitte werking van de oven brood, keramiek, kalksteen, enz., om bepaalde eigenschappen te verwerven: je hebt te veel brood gekookt en is nu erg hard.
intr. Hervir un líquido: ya cuece el agua.
Intr. Kook een vloeistof: kook al het water.
prnl. Prepararse algo de manera callada u oculta: algo se está cociendo en ese despacho.
prnl. Maak iets stilof verborgen: er wordt iets gekookt in dat kantoor.
Sentir mucho calor.♦ Irreg. Se conj. como escocer . Tiene doble p. p.: uno reg., cocido, y otro irreg., cocho.
Ik voel me erg heet, ♦ Irreg. Hij is vertrokken. Als een pick. Het heeft dubbele p.p.: een reg., gekookt, en een andere irreg., cocho.