%%: 意味、定義と翻訳
スペイン語辞典%dictionary_xs%オランダ語
casadoとは何ですか?casadoはgehuwd metです
gehuwd metとは何ですか?
adj. y s. Que ha contraído matrimonio.
adj. en s. Dat hij getrouwd is.
m. Conjunto de casas que no llegan a formar pueblo.
m. Set huizen die geen dorp vormen.
intr. Contraer matrimonio. Más c. prnl.: se casó con su novia de toda la vida.
trouwen. Trouwen. Meer c. prnl.: hij trouwde met zijn oude vriendin.
Corresponder, ajustar, encajar, unir: estas piezas no casan.
Corresponderen, aanpassen, passen, samenvoegen: deze stukken komen niet overeen.
tr. Autorizar y llevar a cabo el matrimonio de dos personas aquel que tiene licencia para ello.
Tr. Autoriseer en voer het huwelijk uit van twee personen die een vergunning hebben om dit te doen.
Disponer un padre o un superior el casamiento de una persona que está bajo su autoridad: los reyes casaban a sus hijos obedeciendo razones de Estado.
Regel dat een vader of meerdere trouwt met een persoon onder hun gezag: koningen trouwden hun kinderen in gehoorzaamheid aan redenen van staat.
no casarse con nadie loc. col. Mantenerse una persona firme en su criterio y su actitud independientemente de los demás: es un político muy honesto que se mantiene firme en sus convicciones y no se casa con nadie.
trouw niet met iemand loc. col. Om onafhankelijk van anderen een standvastig persoon te blijven in zijn oordeel en zijn houding: hij is een zeer eerlijke politicus die standvastig is in zijn overtuigingen en met niemand trouwt.
tr. der. Anular una sentencia.
Tr. Der. Een vonnis opheffen.