Čo je calma? calma je rust
Čo je rust?
- f. Estado de la atmósfera cuando no hay viento: tras la tempestad viene la calma.
f toestand van de atmosfeer als er geen wind: na de storm de rust komt.
- Paz, tranquilidad: lo más importante es no perder la calma.
Rust, kalmte: het belangrijkste is om je koelte niet te verliezen.
- Cachaza, pachorra: habla con una calma desesperante.
Cachaza, pachorra: spreekt met een wanhopige kalmte.
- calma chicha Estado del mar en que el aire está en completa quietud: aprovecharon la calma chicha para salir con la motora.
kalme chicha Staat van de zee waarin de lucht in volledige stilte is: ze maakten gebruik van de kalme chicha om uit te gaan met de motorboot.
- tr. Sosegar, adormecer, aliviar, templar. También prnl.: le dimos una tila y se calmó.
Tr. Kalmeer, verdoof, verlicht, temper. Ook prnl.: we gaven hem een linde en hij kalmeerde.
- adj. Descansado, en reposo: día calmo.
Adj. Uitgerust, in rust: rustige dag.