What is báscula? báscula is schaal
What is schaal?
- f. Aparato para medir pesos, generalmente grandes, que se colocan sobre un tablero.
f. Apparaat voor het meten van gewichten, meestal groot, die op een bord worden geplaatst.
- intr. Moverse de un lado a otro un cuerpo que está unido a un eje vertical: el cuerpo del ahorcado basculaba en el aire.
Intr. Van de ene kant naar de andere kant een lichaam dat aan een verticale as is bevestigd: het lichaam van de gehangene in de lucht gekanteld.
- En algunos vehículos de transporte, inclinarse la caja para que la carga resbale por su propio peso: la caja del camión basculó y depositó toda la grava en el suelo.
In sommige transportvoertuigen kantel je de kist zo dat de lading door zijn eigen gewicht wegglijdt: de vrachtwagenbak kantelde en deponeerde al het grind op de grond.
- Variar alternativamente un estado de ánimo: su estado de ánimo bascula entre la euforia y la tristeza.
Afwisselend varieert een stemming: je stemming schommelt tussen euforie en verdriet.
- dep. Desplazarse un jugador lateralmente, de forma alternativa y continuada: ese jugador de baloncesto bascula muy bien.
Dep. Een speler zijdelings bewegen, afwisselend en continu: die basketballer swingt heel goed.