báscula-schaal: betekenis, definities en vertalingen

Spaans woordenboek%dictionary_xs%Nederlands

What is báscula? báscula is schaal

What is schaal?

  • f. Aparato para medir pesos, generalmente grandes, que se colocan sobre un tablero.

    f. Apparaat voor het meten van gewichten, meestal groot, die op een bord worden geplaatst.

  • intr. Moverse de un lado a otro un cuerpo que está unido a un eje vertical: el cuerpo del ahorcado basculaba en el aire.

    Intr. Van de ene kant naar de andere kant een lichaam dat aan een verticale as is bevestigd: het lichaam van de gehangene in de lucht gekanteld.

  • En algunos vehículos de transporte, inclinarse la caja para que la carga resbale por su propio peso: la caja del camión basculó y depositó toda la grava en el suelo.

    In sommige transportvoertuigen kantel je de kist zo dat de lading door zijn eigen gewicht wegglijdt: de vrachtwagenbak kantelde en deponeerde al het grind op de grond.

  • Variar alternativamente un estado de ánimo: su estado de ánimo bascula entre la euforia y la tristeza.

    Afwisselend varieert een stemming: je stemming schommelt tussen euforie en verdriet.

  • dep. Desplazarse un jugador lateralmente, de forma alternativa y continuada: ese jugador de baloncesto bascula muy bien.

    Dep. Een speler zijdelings bewegen, afwisselend en continu: die basketballer swingt heel goed.

Woorden zoeken

Upgrade uw ervaring