bueno क्या हैं? bueno का अर्थ goede हैं
goede क्या हैं?
- adj. Que posee bondad moral: tiene sentimientos buenos y nobles.
adj. Het bezitten van morele goedheid: goede en nobele bedoelingen heeft.
- Que tiene buena aptitud o calidad respecto a sus iguales: un buen empleado; unas buenas tijeras.
Goede fitness of kwaliteit ten opzichte van hun leeftijdsgenoten: een goede werknemer; een goed paar van schaar.
- Apropiado para un fin: es un buen decapante para metales.
Geschikt voor een doel: is een goede afbijtmiddel voor metalen.
- Con cualidades gratas o gustosas: un buen vino quita las penas.
Met lekker of prettig kwaliteiten: goede wijn verwijdert sancties.
- Sano: todavía no está bueno del todo.
Gezond: het is niet goed at all.
- Bastante, suficiente: ya tengo una buena cantidad.
Genoeg, genoeg: Ik heb al een goed bedrag.
- Persona simple y bonachona. Más c. s.: el bueno de Luis le trajo hasta aquí.
Eenvoudige en goedhartig persoon. Meer s. c.: Luis goede bracht je hier.
- adv. De acuerdo: bueno, enciende la tele.
Adv. Zet de tv aan.
- Basta: ¡bueno!, ya está bien de tonterías.
Genoeg: nou, dat is genoeg onzin.
- ¡buenas! Fórmula coloquial de saludo.
goed! Informele groetformule.
- de buenas a primeras loc. adv. Repentinamente: se topó con él de buenas a primeras.
van goed naar eerste loc. adv. Plotseling kwam ze hem van goed naar eerste tegen.
- estar bueno loc. Ser física y sexualmente atractivo.
wees een goede loc. Wees fysiek en seksueel aantrekkelijk.
- estar de buenas loc. Estar propicio o de buen humor: está de buenas, pídele el aumento.
zijn van goede loc. Wees propitious of in een goed humeur: wees goed, vraag om de verhoging.
- por las buenas loc. adv. Voluntariamente: hazlo por las buenas o te arrepentirás.
voor de goede loc. adv. Vrijwillig: doe het voorgoed of je zult er spijt van krijgen.