adj. Retirado, remoto: Luis trabaja en una zona apartada.
Adj. Gepensioneerd, afgelegen: Luis werkt in een afgelegen gebied.
Diferente, diverso: este proyecto está muy apartado del anterior.
Anders, divers: dit project staat ver af van het vorige.
m. Párrafo o serie de párrafos en que se divide un texto, artículo, etc.: este tema tiene varios apartados.
m. Alinea of reeks van alinea's waarin een tekst, artikel, etc. is verdeeld: dit onderwerp kent meerdere secties.
Servicio de la oficina de correos por el que se alquila al usuario una caja numerada, en donde se deposita su correspondencia: debes enviarme todas las cartas a mi apartado de correos.
Service van het postkantoor waar de gebruiker een genummerde doos huurt, waar zijn correspondentie wordt gedeponeerd: u moet mij alle brieven naar mijn postbus sturen.
Número asignado a esta caja: mi dirección es "apartado de correos n.º 117, Sevilla".
Nummer toegewezen aan dit vak: mijn adres is
tr. y prnl. Separar, dividir: ¿has apartado las botellas grandes de las pequeñas?
Tr. en prnl. Scheiden, verdelen: heb je de grote flessen gescheiden van de kleine?
Quitar a una persona o cosa del lugar donde estaba: apartar el pelo de los ojos; se apartó de allí para dejar paso.♦ Se puede construir con la prep. a: se apartó a un lado.
Verwijder een persoon of ding van de plaats waar het was: verwijder het haar van de ogen; het werd daar weggehaald om plaats te maken. ♦ Het kan worden gebouwd met de voorbereiding. a: opzij geschoven.
Alejar, retirar: aparta los malos pensamientos de tu mente.
Duw weg, trek je terug: haal slechte gedachten uit je hoofd.
Disuadir a alguien de algo o hacer que desista de ello: se apartó definitivamente de las drogas.♦ Se construye con la prep. de.
Iemand ergens van weerhouden of ze het laten opgeven: ze hebben zich zeker afgekeerd van drugs. ♦ van.