什么是 animal? animal是dier
什么是 dier?
- m. Ser orgánico que vive, siente y se mueve por propio impulso: no le gusta tener animales en casa.
m. Een organisch wezen dat leeft, voelt en beweegt op zijn eigen impuls: hij houdt er niet van om dieren in huis te hebben.
- Ser irracional por oposición a los humanos: la inteligencia es lo que diferencia al hombre de los animales.
Irrationeel zijn door verzet tegen mensen: intelligentie is wat de mens onderscheidt van dieren.
- adj. Del animal o relativo a él: reino animal.
Bn.. Van het dier of ernaast: dierenrijk.
- De la parte instintiva de un ser viviente, frente a la racional o espiritual, o relativo a ella: apetito animal.
Vanuit het instinctieve deel van een levend wezen, in tegenstelling tot het rationele of spirituele, of relatief daaraan: dierlijke eetlust.
- adj. y com. Grosero o muy ignorante: ¡qué animal eres!, ¿cómo pudiste meter así la pata?
Onbeleefd of zeer onwetend: wat een dier ben je, hoe kun je het zo verknoeien?
- Que destaca extraordinariamente por su saber, inteligencia, fuerza o corpulencia: ¡qué animal es tu primo!, de un solo golpe le dejó grogui.
Die buitengewoon opvalt door zijn kennis, intelligentie, kracht of corpulentie: welk dier is je neef!, in één klap liet hij hem groggy achter.