什么是 amistad? amistad是vriendschap
什么是 vriendschap?
- tr. y prnl. Unir en amistad: mi sobrino se amistó con los niños de la vecina.
Tr. en prnl. Verenig je in vriendschap: mijn neef werd bevriend met de kinderen van de buren.
- pl. Conjunto de personas con las que se tiene amistad: allí hizo muchas amistades.
Pl. Groep mensen met wie je vriendschap hebt: daar maakte hij veel vrienden.
- Conocidos, influyentes: tiene amistades en el partido.
Bekend, invloedrijk: hij heeft vriendschappen in de partij.
- f. Confianza y afecto desinteresado entre las personas: Luis y yo llevamos diez años de amistad.
f. Vertrouwen en onbaatzuchtige genegenheid tussen mensen: Luis en ik zijn al tien jaar vrienden.