adj. y pron. indef. que se aplica indeterminadamente a una persona o cosa con respecto de varias: ¿alguno de vosotros sabe el teléfono de Juan?
adj. en pron. indef. die onbepaalde tijd van toepassing is op één persoon of ding met betrekking tot meerdere: kent iemand van jullie John's telefoon?
En frases negativas, pospuesto generalmente al sustantivo, equivale a ningún o ninguna: en modo alguno podemos admitirlo.
In negatieve zinnen, meestal uitgesteld tot het zelfstandig naamwoord, komt het neer op geen of geen: op geen enkele manier kunnen we het toegeven.
Indica una cantidad imprecisa, pero moderada: de alguna importancia; pasaron algunos años.
Het duidt op een onnauwkeurige, maar matige hoeveelheid: van enig belang; een paar jaar gingen voorbij.
pron. indef. Alguien: no te preocupes, ya vendrá alguno que sepa de esto.
Uitspr. indef. Iemand: maak je geen zorgen, er komt iemand die dit weet.
alguno o algún que otro loc. adj. Unos cuantos, pocos.♦ La apócope es potestativa: todavía queda alguno/algún que otro pastel.♦ El adj. indef., antepuesto a nombres m. en sing., se apocopa en la forma algún.
--
adj. indef. apóc. de alguno. Se usa solo delante de sustantivos m. en sing., aunque entre ambos se interponga un adj.: algún tiempo; algún buen hombre.
adj. indef. apo. van sommigen. Het wordt alleen gebruikt voor zelfstandige naamwoorden m. in sing., hoewel ertussen een adj. staat: enige tijd; een goede man.