abuso-misbruik: meaning, definitions and translations

Spanish dictionarySpanishDutch

What is abuso?abuso is misbruik

What is misbruik?

  • m. Uso o aprovechamiento excesivo o indebido de algo o de alguien, en perjuicio propio o ajeno: abuso de poder; estos precios son un abuso.
    m. Overmatig of oneigenlijk gebruik of uitbuiting van iets of iemand, ten nadele van zichzelf of anderen: machtsmisbruik; deze prijzen zijn een misbruik.
  • abuso de autoridad der. Extralimitación de funciones por parte de las autoridades o funcionarios públicos en el desempeño de un determinado cargo u oficio.
    misbruik van gezag der. Overschrijding van functies door overheidsinstanties of ambtenaren bij de uitoefening van een bepaalde functie of ambt.
  • abuso de confianza Mal uso que alguien hace de la confianza que le ha sido depositada: en un delito el abuso de confianza constituye una circunstancia agravante.
    misbruik van vertrouwen Misbruik dat iemand stelt van het vertrouwen dat in hem is gesteld: bij een misdrijf vormt de vertrouwensbreuk een verzwarende omstandigheid.
  • abuso deshonesto der. Delito que consiste en forzar a una persona a mantener una relación sexual: le denunció por abusos deshonestos.
    oneerlijk misbruik der. Misdaad die bestaat uit het dwingen van een persoon om een seksuele relatie te onderhouden: hij verweet hem oneerlijk misbruik.
  • intr. Usar o aprovecharse excesiva o indebidamente de algo o de alguien, en perjuicio propio o ajeno: abusar de la bebida.
    Intr. Het gebruiken of nemen van overmatig of ongepast voordeel van iets of iemand, ten nadele van zichzelf of anderen: misbruik van de drank.
  • Violar a alguien: le detuvieron por abusar de varias menores.
    Iemand verkrachten: Hij werd gearresteerd voor het misbruiken van verschillende minderjarigen.
  • prnl. amer. Espabilarse, estar muy atento: abusarse en la universidad.
    prnl. Amer. Wees slim, wees heel attent: misbruik jezelf op de universiteit.