época-tijd: Bedeutung, Definitionen und Übersetzungen

Spanisch-Wörterbuch%dictionary_xs%Niederländisch

Was heißt época? época heißt tijd

Was heißt tijd?

  • f. Periodo de tiempo que se señala por los hechos ocurridos en él o por las personas que participaron en ellos: época de las cruzadas, de los grandes filósofos griegos.

    f periode die is aangewezen door de gebeurtenissen in het of de personen die hen hebben deelgenomen: tijd van de kruistochten, van de grote Griekse filosofen.

  • P. ext., cualquier espacio de tiempo caracterizado por algo concreto: época de las lluvias, de vacas flacas.

    P. ext, onbepaalde tijd gekenmerkt door iets concreets: het regenseizoen, van lean.

  • geol. Espacio de tiempo en que se dividen los periodos geológicos: época pleistocena, oligocena.

    Geol. Ruimte van tijd in zijn geologische perioden verdeeld: oligocena, Pleistoceen.

  • de época loc. adj. Propio o típico de tiempos pasados: vestiduras, coches, armas de época.

    Loc periode. bn. eigen of typische van het verleden: kleding, auto's, wapens van de tijd.

  • hacer época loc. Dejar larga memoria un hecho o suceso o, por su importancia, ser el principio de una época: ha montado un numerito de los que hacen época.

    tijd loc. maken Verlaten van lange geheugen een feit of gebeurtenis of, door het belang ervan, het begin van een tijdperk: heeft samengesteld een stunt die tijd maken.

Wörter suchen

Verbessern Sie Ihr Erlebnis