which-die: meaning, definitions and translations

English dictionaryEnglishDutch

What is which?which is die

What is die?

  • What particular one or ones: Which of these is yours?
    Welke of welke: Welke van deze is van jou?
  • The one or ones previously mentioned or implied, specifically:
    Degene of degenen die eerder zijn genoemd of geïmpliceerd, met name:
  • Used as a relative pronoun in a clause that provides additional information about the antecedent: my house, which is small and old.
    Gebruikt als een relatief voornaamwoord in een clausule die aanvullende informatie geeft over de antecedenten: mijn huis, dat klein en oud is.
  • Used as a relative pronoun preceded by that or a preposition in a clause that defines or restricts the antecedent: that which he needed; the subject on which she spoke.
    Gebruikt als een relatief voornaamwoord voorafgegaan door dat of een voorzetsel in een clausule die het antecedent definieert of beperkt: dat wat hij nodig had; het onderwerp waarover zij sprak.
  • Used instead of that as a relative pronoun in a clause that defines or restricts the antecedent: The movie which was shown later was better.
    Gebruikt in plaats van dat als een relatief voornaamwoord in een clausule die het antecedent definieert of beperkt: De film die later werd getoond was beter.
  • Any of the things, events, or people designated or implied; whichever: Choose which you like best.
    Een van de dingen, gebeurtenissen of personen die zijn aangewezen of geïmpliceerd; welke: Kies welke je het leukst vindt.
  • A thing or circumstance that: He left early, which was wise.
    Een ding of omstandigheid die: Hij vertrok vroeg, wat wijs was.
  • What particular one or ones of a number of things or people: Which part of town do you mean?
    Wat is een of meer van een aantal dingen of mensen: Welk deel van de stad bedoel je?
  • Any one or any number of; whichever: Use which door you please.
    Een of een aantal van; welke ook: Gebruik welke deur u wilt.
  • Being the one or ones previously mentioned or implied: It started to rain, at which point we ran.
    Degene zijn die eerder werd genoemd of geïmpliceerd: Het begon te regenen, op welk moment we renden.