weak-zwak: meaning, definitions and translations

English dictionaryEnglishDutch

What is weak? weak is zwak

What is zwak?

  • Lacking physical strength, energy, or vigor; feeble.

    Gebrek aan fysieke kracht, energie of kracht; zwak.

  • Likely to fail under pressure, stress, or strain; lacking resistance: a weak link in a chain.

    Waarschijnlijk falen onder druk, stress of spanning; gebrek aan weerstand: een zwakke schakel in een keten.

  • Lacking firmness of character or strength of will.

    Gebrek aan stevigheid van karakter of wilskracht.

  • Lacking the proper strength or amount of ingredients: weak coffee.

    Gebrek aan de juiste sterkte of hoeveelheid ingrediënten: zwakke koffie.

  • Lacking the ability to function normally or fully: a weak heart.

    Het ontbreken van het vermogen om normaal of volledig te functioneren: een zwak hart.

  • Lacking aptitude or skill: a weak student; weak in math.

    Gebrek aan aanleg of vaardigheid: een zwakke student; zwak in wiskunde.

  • Lacking or resulting from a lack of intelligence.

    Gebrek aan of gevolg van een gebrek aan intelligentie.

  • Lacking persuasiveness; unconvincing: a weak argument.

    Gebrek aan overtuigingskracht; Niet overtuigend: een zwak argument.

  • Lacking authority or the power to govern.

    Gebrek aan autoriteit of de macht om te regeren.

  • Lacking potency or intensity: weak sunlight.

    Gebrek aan potentie of intensiteit: zwak zonlicht.

  • Linguistics Of, relating to, or being those verbs in Germanic languages that form a past tense and past participle by means of a dental suffix, as start, started; have, had; bring, brought.

    Taalkunde Van, betrekking hebbend op, of zijnde die werkwoorden in Germaanse talen die een verleden tijd en verleden deelwoord vormen door middel van een tandheelkundig achtervoegsel, als begin, begonnen; hebben, hadden; brengen, brengen.

  • Linguistics Of, relating to, or being the inflection of nouns or adjectives in Germanic languages with a declensional suffix that historically contained an n.

    Taalkunde Van, betrekking hebbend op, of zijnde de verbuiging van zelfstandige naamwoorden of bijvoeglijke naamwoorden in Germaanse talen met een declensioneel achtervoegsel dat historisch een n bevatte.

  • Unstressed or unaccented in pronunciation or poetic meter. Used of a word or syllable.

    Onbeklemtoond of onaangepast in uitspraak of poëtisch metrum. Gebruikt van een woord of lettergreep.

  • Designating a verse ending in which the metrical stress falls on a word or syllable that is unstressed in normal speech, such as a preposition.

    Het aanduiden van een verseinde waarin de metrische klemtoon valt op een woord of lettergreep die in normale spraak onbeklemtoond is, zoals een voorzetsel.

  • Tending downward in price: a weak market for oil stocks.

    Dalende koers: een zwakke markt voor olieaandelen.

Search words

Upgrade your experience