To upset the balance, stability, or equilibrium of: "By being too good a singer, too hell-bent an actress, and too strong a presence, the star unbalances the proceedings” ( John Simon).
Te verstoren het evenwicht, stabiliteit of evenwicht van: door te goed een zangeres ook hel-gebogen een, en een te sterke aanwezigheid, de star onevenwichtigheden de procedure "(John Simon).