temper-Temper: meaning, definitions and translations

English dictionaryEnglishDutch

What is temper? temper is Temper

What is Temper?

  • To modify by the addition of a moderating element; moderate: "temper its doctrinaire logic with a little practical wisdom” ( Robert H. Jackson). See Synonyms at moderate.

    Wijzigen door toevoeging van een modererend element; gematigd: "temper zijn doctrinaire logica met een beetje praktische wijsheid" ( Robert H. Jackson). Zie Synoniemen bij matig.

  • To bring to a desired consistency, texture, hardness, or other physical condition by or as if by blending, admixing, or kneading: temper clay; paints that had been tempered with oil.

    Om tot een gewenste consistentie, textuur, hardheid of andere fysieke conditie te brengen door of als door mengen, mengen of kneden: klei temperen; verven die getemperd waren met olie.

  • To harden or strengthen (metal or glass) by application of heat or by heating and cooling.

    Uitharden of versterken (metaal of glas) door toepassing van warmte of door verwarming en koeling.

  • To strengthen through experience or hardship; toughen: soldiers who had been tempered by combat.

    Om te versterken door ervaring of ontbering; toughen: soldaten die getemperd waren door gevechten.

  • To adjust finely; attune: a portfolio that is tempered to the investor's needs.

    Om fijn aan te passen; attune: een portefeuille die wordt getemperd naar de behoeften van de belegger.

  • Music To adjust (the pitch of an instrument) to a temperament.

    Muziek Om (de toonhoogte van een instrument) aan te passen aan een temperament.

  • To be or become tempered.

    Om getemperd te worden of te worden.

  • A state of mind or emotions; disposition: an even temper. See Synonyms at mood1.

    Een gemoedstoestand of emoties; dispositie: een gelijkmatig humeur. Zie Synoniemen bij mood1.

  • Calmness of mind or emotions; composure: lose one's temper.

    Kalmte van geest of emoties; kalmte: verlies je geduld.

  • A tendency to become easily angry or irritable: a quick temper.

    Een neiging om snel boos of prikkelbaar te worden: een snel humeur.

  • An outburst of rage: a fit of temper.

    Een woede-uitbarsting: een vlaag van humeur.

  • A characteristic general quality; tone: heroes who exemplified the medieval temper; the politicized temper of the 1930s.

    Een karakteristieke algemene kwaliteit; toon: helden die het middeleeuwse temperament illustreerden; het gepolitiseerde humeur van de jaren 1930.

  • The condition of being tempered.

    De toestand van getemperd worden.

  • The degree of hardness and elasticity of a metal, chiefly steel, achieved by tempering.

    De mate van hardheid en elasticiteit van een metaal, voornamelijk staal, bereikt door tempereren.

  • A modifying substance or agent added to something else.

    Een modificerende stof of middel toegevoegd aan iets anders.

  • Archaic A middle course between extremes; a mean.

    Archaïsch Een middenweg tussen uitersten; een gemene.

Search words

Upgrade your experience