A garment for the upper part of the body, typically having a collar, sleeves, and a front opening.
Een kledingstuk voor het bovenste deel van het lichaam, meestal met een kraag, mouwen en een opening aan de voorkant.
An undershirt.
Een onderhemd.
A nightshirt.
Een nachthemd.
keep (one's) shirt on Slang To remain calm or patient: The plane doesn't land for another hour, so keep your shirt on.
houd (iemands) shirt op straattaal Om rustig of geduldig te blijven: Het vliegtuig landt niet nog een uur, dus houd je shirt aan.
lose (one's) shirt Slang To lose everything one has or owns.
verlies (iemands) shirt Straattaal Om alles te verliezen wat men heeft of bezit.
the shirt off (one's) back Slang The maximum one is able to give or lose: The only thing those swindlers didn't take was the shirt off my back.
het shirt van (de een) rug Straattaal Het maximum dat men kan geven of verliezen: Het enige wat die oplichters niet hebben afgepakt was het shirt van mijn rug.