secure-beveiligen: kelime anlamı, tanımları ve çevirileri

İngilizce sözlük%dictionary_xs%Hollanda dili

secure nedir?secure beveiligen anlamına gelmektedir

beveiligen nedir?

  • Free from danger or attack: a secure fortress.
    Vrij van gevaar of aanval: een veilig fort.
  • Free from risk of loss; safe: Her papers were secure in the vault.
    Vrij van risico op verlies; Haar papieren lagen veilig in de kluis.
  • Free from the risk of being intercepted or listened to by unauthorized persons: Only one telephone line in the embassy was secure.
    Vrij van het risico om te worden onderschept of beluisterd door onbevoegden: slechts één telefoonlijn in de ambassade was veilig.
  • Free from fear, anxiety, or doubt.
    Vrij van angst, angst of twijfel.
  • Not likely to fail or give way; stable: a secure stepladder.
    Niet waarschijnlijk om te falen of te wijken; stabiel: een veilige trapladder.
  • Firmly fastened: a secure lock.
    Stevig vast: een veilig slot.
  • Reliable; dependable: secure investments.
    Betrouwbaar; betrouwbaar: veilige investeringen.
  • Assured; certain: With three goals in the first period they had a secure victory, but somehow they lost.
    Verzekerd; zeker: Met drie doelpunten in de eerste periode hadden ze een zekere overwinning, maar op de een of andere manier verloren ze.
  • Archaic Careless or overconfident.
    Archaïsch Onvoorzichtig of overmoedig.
  • To guard from danger or risk of loss: The troops secured the area before the civilians were allowed to return.
    Om te waken voor gevaar of risico op verlies: De troepen beveiligden het gebied voordat de burgers mochten terugkeren.
  • To make firm or tight; fasten. See Synonyms at fasten.
    Om stevig of strak te maken; vastmaken. Zie Synoniemen bij fasten.
  • To make certain; ensure: The speaker could not secure the goodwill of the audience.
    Om er zeker van te zijn; verzekeren: De spreker kon de goodwill van het publiek niet veiligstellen.
  • To guarantee payment of (a loan, for example).
    Om de betaling van (een lening bijvoorbeeld) te garanderen.
  • To guarantee payment to (a creditor).
    Om de betaling aan (een schuldeiser) te garanderen.
  • To get possession of; acquire: secured a job.
    Om in bezit te komen van; verwerven: een baan bemachtigen.
  • To capture or confine: They secured the suspect in the squad car.
    Opsluiten of opsluiten: Ze hebben de verdachte vastgezet in de politieauto.
  • To bring about; effect: secured release of the hostages.
    Om tot stand te brengen; effect: veilige vrijlating van de gijzelaars.
  • To protect or ensure the privacy or secrecy of (a telephone line, for example).
    Om de privacy of geheimhouding van (bijvoorbeeld een telefoonlijn) te beschermen of te waarborgen.