road-weg: meaning, definitions and translations

English dictionaryEnglishDutch

What is road?road is weg

What is weg?

  • An open, generally public way for the passage of vehicles, people, and animals.
    Een open, over het algemeen openbare weg voor de doorgang van voertuigen, mensen en dieren.
  • The surface of a road; a roadbed.
    Het wegdek; een wegbedding.
  • A course or path: the road to riches.
    Een koers of pad: de weg naar rijkdom.
  • A railroad.
    Een spoorlijn.
  • Nautical A roadstead. Often used in the plural.
    Nautisch Een roadstead. Vaak gebruikt in het meervoud.
  • down the road In the future; at a later date.
    in de toekomst; op een later tijdstip.
  • on the road On tour, as a theatrical company.
    on the road On tour, als theatergezelschap.
  • on the road Traveling, especially as a salesperson.
    op de weg Reizen, vooral als verkoper.
  • on the road Wandering, as a vagabond.
    op de weg Zwervend, als een zwerver.