native-native: meaning, definitions and translations

English dictionaryEnglishDutch

What is native?native is native

What is native?

  • Existing in or belonging to one by nature; innate: native ability.
    Bestaande of die behoren tot één door de natuur; aangeboren: inheemse vermogen.
  • Being such by birth or origin: a native Scot.
    Worden dergelijke door geboorte of afkomst: een native schot.
  • Being one's own because of the place or circumstances of one's birth: our native land.
    Iemands eigen wordt wegens de plaats of de omstandigheden van iemands geboorte: onze geboorteland.
  • Originating, growing, or produced in a certain place or region; indigenous: a plant native to Asia.
    Van oorsprong, groeiende, of daarmee zijn geproduceerd in een bepaalde plaats of regio; inheemse: een plant afkomstig naar Azië.
  • Being a member of the original inhabitants of a particular place.
    Lid zijn van de oorspronkelijke bewoners van een bepaalde plaats.
  • Of, belonging to, or characteristic of such inhabitants: native dress; the native diet of Polynesia.
    Van, behorend tot of kenmerkend voor dergelijke bewoners: inheemse kleding; het inheemse dieet van Polynesië.
  • Occurring in nature pure or uncombined with other substances: native copper.
    Komt in de natuur puur of ongecombineerd voor met andere stoffen: inheems koper.
  • Natural; unaffected: native beauty.
    Natuurlijk; onaangetast: inheemse schoonheid.
  • Archaic Closely related, as by birth or race.
    Archaïsch Nauw verwant, zoals door geboorte of ras.
  • Biochemistry Of or relating to the naturally occurring conformation of a macromolecule, such as a protein.
    Biochemie Van of met betrekking tot de natuurlijk voorkomende conformatie van een macromolecuul, zoals een eiwit.
  • One born in or connected with a place by birth: a native of Scotland now living in the United States.
    Iemand geboren in of verbonden met een plaats door geboorte: een inwoner van Schotland die nu in de Verenigde Staten woont.
  • One of the original inhabitants or lifelong residents of a place.
    Een van de oorspronkelijke bewoners of levenslange bewoners van een plaats.
  • An animal or plant that originated in a particular place or region.
    Een dier of plant die afkomstig is uit een bepaalde plaats of regio.