What is fallow in Dutch? braak

Plowed but left unseeded during a growing season: fallow farmland.
Geploegd maar ongezaaid gelaten tijdens een groeiseizoen: braakliggende landbouwgrond.
Characterized by inactivity: a fallow gold market.
Gekenmerkt door inactiviteit: een braakliggende goudmarkt.
Land left unseeded during a growing season.
Land dat tijdens een groeiseizoen onbezaaid is gelaten.
The act of plowing land and leaving it unseeded.
De handeling van het ploegen van land en het ongezaaid laten.
The condition or period of being unseeded.
De toestand of periode van ongeslagen zijn.
To plow (land) without seeding it afterward.
Om te ploegen (land) zonder het daarna te zaaien.
To plow and till (land), especially to eradicate or reduce weeds.
--

fallow-braak: meaning, definitions and translations