engage-gaan: meaning, definitions and translations

English dictionaryEnglishDutch

What is engage? engage is gaan

What is gaan?

  • To obtain or contract for the services of; employ: engage a carpenter.

    Om de diensten van; in dienst: schakel een timmerman in.

  • To arrange for the use of; reserve: engage a room. See Synonyms at book.

    Om het gebruik van; reserveren: schakel een kamer in. Zie Synoniemen bij boek.

  • To pledge or promise, especially to marry.

    Om te beloven of te beloven, vooral om te trouwen.

  • To attract and hold the attention of; engross: a hobby that engaged her for hours at a time.

    Om de aandacht van; engross: een hobby die haar urenlang bezighield.

  • To win over or attract: His smile engages everyone he meets.

    Om te winnen of aan te trekken: Zijn glimlach betrekt iedereen die hij ontmoet.

  • To draw into; involve: engage a shy person in conversation.

    Om in te trekken; betrek: betrek een verlegen persoon in gesprek.

  • To require the use of; occupy: Studying engages most of my time.

    Om het gebruik van; occupy: Studeren neemt het grootste deel van mijn tijd in beslag.

  • To enter or bring into conflict with: We have engaged the enemy.

    Om in conflict te komen of in conflict te brengen met: We hebben de vijand ingeschakeld.

  • To interlock or cause to interlock; mesh: engage the automobile's clutch.

    Om in elkaar te grijpen of te laten in elkaar grijpen; mesh: schakel de koppeling van de auto in.

  • To give or take as security.

    Geven of nemen als zekerheid.

  • To involve oneself or become occupied; participate: engage in conversation.

    Om jezelf erbij te betrekken of bezig te raken; deelnemen: ga in gesprek.

  • To assume an obligation; agree.

    Om een verplichting op zich te nemen; instemmen.

  • To enter into conflict or battle: The armies engaged at dawn.

    Om een conflict of strijd aan te gaan: De legers die bij zonsopgang worden ingezet.

  • To become meshed or interlocked: The gears engaged.

    Om te vermaasen of in elkaar te grijpen: De tandwielen ingeschakeld.

Search words

Upgrade your experience