control-controle: meaning, definitions and translations

English dictionaryEnglishDutch

What is control? control is controle

What is controle?

  • To exercise authoritative or dominating influence over; direct. See Synonyms at conduct.

    Gezaghebbend of overheersende invloed kan uitoefenen over; directe. Zie synoniemen op gedrag.

  • To adjust to a requirement; regulate: controlled trading on the stock market; controls the flow of water.

    Om zich aan te passen aan een vereiste; reguleren: gecontroleerde handel op de beurs; regelt de waterstroom.

  • To hold in restraint; check: struggled to control my temper.

    Om in terughoudendheid te houden; check: worstelde om mijn humeur onder controle te houden.

  • To reduce or prevent the spread of: control insects; controlled the fire by dousing it with water.

    Om de verspreiding van: insecten te verminderen of te voorkomen; het vuur onder controle te hebben door het met water te doseren.

  • To verify or regulate (a scientific experiment) by conducting a parallel experiment or by comparing with another standard.

    Het verifiëren of reguleren (een wetenschappelijk experiment) door het uitvoeren van een parallel experiment of door te vergelijken met een andere norm.

  • To verify (an account, for example) by using a duplicate register for comparison.

    Om te verifiëren (een account, bijvoorbeeld) met behulp van een duplicaat register voor vergelijking.

  • Authority or ability to manage or direct: lost control of the skidding car; the leaders in control of the country.

    Autoriteit of vermogen om de slippende auto te beheren of te sturen: verloren controle over de slippende auto; de leiders die het land in handen hebben.

  • One that controls; a controlling agent, device, or organization.

    Eentje die controleert; een controlerende agent, apparaat of organisatie.

  • An instrument or set of instruments used to operate, regulate, or guide a machine or vehicle. Often used in the plural.

    Een instrument of een set instrumenten die worden gebruikt om een machine of voertuig te bedienen, te regelen of te geleiden. Vaak gebruikt in het meervoud.

  • A restraining device, measure, or limit; a curb: a control on prices; price controls.

    Een fixatie-apparaat, maatregel of limiet; een stoeprand: een controle op de prijzen; prijscontroles.

  • A standard of comparison for checking or verifying the results of an experiment.

    Een vergelijkingsstandaard voor het controleren of verifiëren van de resultaten van een experiment.

  • An individual or group used as a standard of comparison in a control experiment.

    Een individu of groep die wordt gebruikt als vergelijkingsstandaard in een controle-experiment.

  • An intelligence agent who supervises or instructs another agent.

    Een inlichtingenagent die toezicht houdt op of een andere agent instrueert.

  • A spirit presumed to speak or act through a medium.

    Een geest die verondersteld wordt te spreken of te handelen via een medium.

Search words

Upgrade your experience