command-opdracht: अर्थ, परिभाषाएं और अनुवाद

अंग्रेज़ी शब्दकोश%dictionary_xs%डच

command क्या हैं?command का अर्थ opdracht हैं

opdracht क्या हैं?

  • To have control or authority over; rule: a general who commands an army.
    Controle of gezag over; regel: een generaal die commando's een leger.
  • To direct with authority; give orders to.
    Om te leiden met autoriteit; bevelen te geven.
  • To have at one's disposal: a person who commands seven languages.
    Aan iemands beschikking hebben: een persoon die opdrachten van zeven talen.
  • To deserve and receive as due; exact: The troops' bravery commanded respect.
    Verdienen en ontvangen als vervaldatum; exacte: de troepen moed voerde het bevel over respect.
  • To exercise dominating, authoritative influence over: "He commands any room he enters” ( Stephen Schiff).
    Om dominante, gezaghebbende invloed uit te oefenen op: "Hij beveelt elke kamer die hij binnenkomt" ( Stephen Schiff).
  • To dominate by physical position; overlook: a mountain commanding the valley below.
    Domineren door fysieke positie; uitkijken: een berg die de vallei beneden beheerst.
  • To give orders.
    Om bevelen te geven.
  • To exercise authority or control as or as if one is a commander.
    Om gezag of controle uit te oefenen alsof men een commandant is.
  • The act of commanding.
    De daad van het bevelen.
  • An order given with authority.
    Een bevel dat met gezag wordt gegeven.
  • Computer Science A signal that initiates an operation defined by an instruction.
    Informatica Een signaal dat een bewerking initieert die wordt gedefinieerd door een instructie.
  • The authority to command: an admiral in command.
    De autoriteit om te bevelen: een admiraal in bevel.
  • Possession and exercise of the authority to command: command of the seas.
    Bezit en uitoefening van het gezag om te bevelen: bevel over de zeeën.
  • Ability to control or use; mastery: command of four languages.
    Mogelijkheid om te controleren of te gebruiken; beheersing: beheersing van vier talen.
  • Dominance by location; extent of view.
    Dominantie per locatie; mate van zicht.
  • The jurisdiction of a commander.
    De jurisdictie van een commandant.
  • A military unit, post, district, or region under the control of one officer.
    Een militaire eenheid, post, district of regio onder controle van één officier.
  • A unit of the U.S. Air Force that is larger than an air force.
    Een eenheid van de Amerikaanse luchtmacht die groter is dan een luchtmacht.
  • Of, relating to, or constituting a command: command headquarters; a command decision.
    Van, betrekking hebbend op of het vormen van een commando: commandohoofdkwartier; een bevelsbeslissing.
  • Done or performed in response to a command: a command performance.
    Gedaan of uitgevoerd als reactie op een opdracht: een opdrachtuitvoering.