A person who has not attained maturity or the age of legal majority.
Een persoon die de volwassenheid of de meerderjarigheid niet heeft bereikt.
An unborn infant; a fetus.
Een ongeboren kind; een foetus.
One who is childish or immature.
Iemand die kinderachtig of onvolwassen is.
A son or daughter; an offspring.
Een zoon of dochter; een nakomeling.
A member of a tribe; descendant: children of Abraham.
Een lid van een stam; afstammeling: kinderen van Abraham.
An individual regarded as strongly affected by another or by a specified time, place, or circumstance: a child of nature; a child of the Sixties.
Een persoon die wordt beschouwd als sterk beïnvloed door een ander of door een bepaalde tijd, plaats of omstandigheid: een kind van de natuur; een kind uit de jaren zestig.
A product or result of something specified: "Times Square is a child of the 20th century” ( Richard F. Shepard).