alongとは何ですか? alongはlangsです
langsとは何ですか?
- Over the length of: walked along the path.
Over de lengte van: liep langs het pad.
- On a line or course parallel and close to; continuously beside: rowed along the shore; the trees along the avenue.
Op een lijn of koers parallel en dicht bij; doorlopend ernaast: geroeid langs de oever; de bomen langs de laan.
- In accordance with: The committee split along party lines over the issue.
In overeenstemming met: De commissie verdeelde zich langs partijlijnen over de kwestie.
- Forward; onward: We drove along, admiring the view. Farther along, we passed a hitchhiker.
Vooruit; verder: We reden mee en bewonderden het uitzicht. Verderop passeerden we een lifter.
- As a companion: Bring your friend along.
Als metgezel: Neem je vriend mee.
- In accompaniment or association; together: packed an atlas along with other books. See Usage Note at together.
In begeleiding of vereniging; samen: samen een atlas ingepakt samen met andere boeken. Zie Gebruiksnotitie bij samen.
- With one; at hand: Luckily, I had my camera along. Our guests should be along soon.
Met één; bij de hand: Gelukkig had ik mijn camera bij me. Onze gasten moeten snel langs zijn.
- Informal Advanced to some degree: getting along in years.
Informal Advanced tot op zekere hoogte: opschieten in jaren.