Čo je afrontar? afrontar je aan te pakken
Čo je aan te pakken?
- Resistir amb coratge una situació: afrontar una malaltia; afrontar els problemes.
Moedig weerstand bieden aan een situatie: geconfronteerd worden met een ziekte; problemen ondervinden.
- Posar cara a cara dues persones que es contradiuen per esbrinar la veritat: l'advocat ha afrontat els dos testimonis. sin: acarar, confrontar
Zet twee mensen tegenover elkaar die elkaar tegenspreken om de waarheid te achterhalen: de advocaat heeft beide getuigen geconfronteerd. zonde: gezicht, confronteren
- Fer un afront, deshonrar. sin: insultar, ofendre
Maak een belediging, oneer. zonde: beledigen, beledigen
- Ser contigu un terreny, un camp, etc., a un altre o a d'altres: la nostra masia afronta amb la d'en Josep. sin: limitar
Grenzend aan een land, een veld, enz., Aan een ander of anderen: onze boerderij kijkt uit op Josep's. Zonde: Limiet