liggen: betekenis en definities

horizontaal op een vlak rusten être couchéêtre étendu être allongé op bed gaan liggen s'étendre / s'allonger Mijn bril ligt op tafel. Mes lunettes sont / se trouvent sur la table. volstrekt duidelijk zijn crever les yeux /être cousu de fil blanc

in genoemde positie of toestand zijn être se trouver Die kostbare ring ligt zo maar voor het grijpen. Cette bague précieuse pourrait être emportée par n'importe qui. op schema liggen respecter le planning vanzelfsprekend zijn aller de soi niet meer gewaardeerd worden être en disgrâce niet meer mogen meedoen aan een wedstrijd omdat je verloren hebt être éliminé

overeenkomen met je interesse of aard convenir aller Dat werk ligt me wel. Ce travail me convient/va.

(van de wind) minder hard worden tomber / se calmer