(iemand) helpen in een winkel, restaurant, enz. servir (sɛʀviʀ) de klanten vlot bedienen servir rapidement les clients zelf aardappels op je bord scheppen se servir des pommes de terre
zorgen dat iets werkt, bijv. een machine actionner (aksjɔne ) een eenvoudig te bedienen dvd-recorder un enregistreur de DVD facile à utiliser
religie de laatste sacramenten geven administrer l'extrême-onction (administʀelɛkstʀɛmɔ~ksjɔ~) De stervende wil bediend worden door een priester. Le mourant a demandé qu'un prêtre lui administre l'extrême-onction.