scambio-Exchange: meaning, definitions and translations

Italian dictionaryItalianDutch

What is scambio? scambio is Exchange

What is Exchange?

  • Cessione reciproca nell’ambito di un rapporto: lo s. dei prigionieri s. di cortesie ║ S. di coppie , incontro erotico tra coppie, nel corso del quale ciascun partecipante ha rapporti sessuali con il partner altrui.

    Wederzijdse cessie in het kader van een relatie: de s. van gevangenen s. van beleefdheden ║ S. van paren , erotische ontmoeting tussen paren, waarbij elke deelnemer seksuele relaties heeft met de partner van anderen.

  • (ECON). Cessione di un bene o di una prestazione in cambio di un altro bene o prestazione oppure di denaro ║ Valore di s., il prezzo di mercato │ Libero s., libertà degli scambi, spec. internazionali, propria di una concezione liberistica.

    (ECON). Levering van goederen of een service in ruil voor andere goederen of diensten, of van contant ║ s., de marktprijs │ gratis s., vrije handel, spec. International, de liberale conceptie.

  • (SPORT). Nel calcio, passaggio della palla ║ Nel tennis, l’azione di un giocatore e la risposta dell’avversario.

    (Sport). In het voetbal, passeren van de bal in tennis, een speler de actie ║ en de reactie van de tegenstander.

  • Sostituzione di persone o di oggetti, motivo o effetto di equivoco o di errore: s. di persone s. di cappotti.

    Vervanging van personen of voorwerpen, reden of gevolg van misverstand of dwaling: s. van personen s. van jassen.

  • (TECN). Dispositivo mobile delle linee ferroviarie e tranviarie che consente a un convoglio di passare da un binario all’altro.

    (TECN). Mobiel apparaat van spoorweg- en tramlijnen waarmee een trein van het ene spoor naar het andere kan gaan.

  • Confondere una persona o una cosa con un’altra: ti avevo scambiato per tuo fratello ║ Prendere per equivoco una cosa appartenente ad altri: attenzione a non s. i documenti.

    Verwarren van de ene persoon of het een met het ander: ik had je aangezien voor je broer ║ Neem voor het verkeerd begrijpen van iets dat van anderen is: pas op dat je de documenten niet vergoelijkt.

  • Permutare una cosa con un’altra: ha scambiato la sua bambola con un aeroplanino.

    Om het een voor het ander in te ruilen: hij ruilde zijn pop in voor een vliegtuig.

  • Dire, esprimere vicendevolmente nel corso di una conversazione: ho scambiato le mie impressioni con un amico anche tr. pron.(con valore recipr.), con riferimento anche a insulti, gesti, oppure auguri ecc.: scambiarsi confidenze scambiarsi gli auguri per il nuovo anno.

    Om te zeggen, om in de loop van een gesprek tegen elkaar te uiten: ik wisselde mijn indrukken uit met een vriend ook tr. pron. (met wederzijdse waarde), met betrekking tot beledigingen, gebaren of wensen etc.: wissel vertrouwensrelaties uit met groeten voor het nieuwe jaar.

  • fam. Cambiare una valuta con un’altra: s. 100 euro in dollari ║ Cambiare una banconota in moneta spicciola.

    Fam. Wissel de ene valuta om in een andere: s. 100 euro in dollars ║ Verander een bankbiljet in kleine munten.

  • rifl. Sostituirsi a un altro, prenderne il posto: si è scambiato di posto con il compagno di banco.

    refl. Een ander vervangen, zijn plaats innemen: hij wisselde van plaats met zijn klasgenoot.

  • rifl. recipr. Sostituirsi vicendevolmente prendendo l’uno il posto dell’altro.

    refl. recipr. Om elkaar te vervangen door elkaars plaats in te nemen.

  • rifl. recipr. Alternarsi nel compiere una data azione: s. alla guida della macchina.

    refl. recipr. Afwisselend bij het uitvoeren van een bepaalde handeling: s. het besturen van de auto.

Search words

Upgrade your experience