formato-indeling: meaning, definitions and translations

Italian dictionaryItalianDutch

What is formato? formato is indeling

What is indeling?

  • Forma e dimensioni di un oggetto: una confezione f. famiglia.

    Vorm en grootte van een object: een pakket f. familie.

  • (EDIT). Tipo definito dalle dimensioni di ciascuna pagina o ciascun foglio: f. tabloid.

    (BEWERKEN). Type gedefinieerd door de grootte van elke pagina of elk blad: f. tabloid.

  • (INFORM). Sistema di codifica dei dati contenuti in un file: salvare un file di testo in f. HTML.

    (INFORMEREN). Coderingssysteem van de gegevens in een bestand: sla een tekstbestand op in f.HTML.

  • Realizzare dando una forma, modellare: f. un quadrato disporsi a f. un cerchio.

    Realiseer door een vorm te geven, model: f. een vierkante rangschikking tot f. een cirkel.

  • Far nascere, istituire: f. il governo, una squadra.

    Om te baren, om op te richten: f. de regering, een team.

  • Comporre mediante una conveniente raccolta, unione o disposizione di elementi diversi: f. una frase questi francobolli formano la mia collezione.

    Samenstellen door middel van een handige verzameling, vereniging of rangschikking van verschillende elementen: f. een zin deze zegels vormen mijn verzameling.

  • fig. Educare, addestrare: certe prove formano il carattere f. gli animi, le coscienze anche assol.: è una scuola che forma.

    Vijg. Opvoeden, opvoeden: bepaalde beproevingen vormen het karakter van de zielen, het geweten zelfs absoluut: het is een school die zich vormt.

  • tr. pron. Sviluppare mediante una sufficiente elaborazione mentale: formarsi un’idea, un’opinione.

    tr. pron. Ontwikkelen door middel van voldoende mentale uitwerking: het vormen van een idee, een mening.

  • intr. pron. Acquistare consistenza, prendere forma: sulla strada si è formato il ghiaccio ║ Svilupparsi, nascere: dal seme si forma la pianta.

    Intr. Uitspr. Om consistentie te krijgen, vorm te krijgen: ijs heeft zich op de weg gevormd ║ Om te ontwikkelen, geboren te worden: uit het zaad wordt de plant gevormd.

  • intr. pron. Maturare a livello fisico, morale o professionale: è un ragazzo che si sta formando.

    Intr. Uitspr. Lichamelijk, moreel of professioneel volwassen worden: hij is een jonge man die wordt opgeleid.

Search words

Upgrade your experience