finiras- zal eindigen: význam, definície a preklady

Francúzština slovník%dictionary_xs%Holandčina

Čo je finiras? finiras je zal eindigen

Čo je zal eindigen?

  • Travailler aux derniers détails de la fabrication d'un objet : Finir une robe.

    Werken op de laatste details van de vervaardiging van een object: het voltooien van een jurk.

  • Mener un ouvrage, une action à leur fin, terminer la dernière phase d'une opération : Finir la vaisselle.

    Verrichten van een boek, actie op hun einde, finish de laatste fase van een operatie: het voltooien van de gerechten.

  • Cesser, ne plus faire quelque chose : Tu as fini de plaisanter ?

    Stoppen, niet langer iets doen: u bent een grapje?

  • Placer tel élément, telle action comme dernière phase d'une opération, comme dernière opération d'une série : Je finirai par ces quelques mots.

    Zo'n element, dergelijke actie als de laatste fase van een operatie, als de laatste bewerking van een reeks plaatsen: Ik zal eindigen met deze paar woorden.

  • S'occuper en dernier lieu de quelqu'un, de quelque chose : Nous finirons par le plus facile.

    Zorg in de laatste plaats iemand, iets: we zullen eindigen met het gemakkelijkst.

  • Être le terme de quelque chose : Le bouquet qui finit le feu d'artifice.

    Het einde van iets: het boeket dat het vuurwerk eindigt.

  • Consommer quelque chose jusqu'à ce qu'il n'y en ait plus, utiliser quelque chose jusqu'à ce qu'il ne soit plus utilisable : Finis tes pâtes. Il finira les vêtements de son frère.

    Consumeren iets totdat er is meer, iets gebruiken totdat het is meer bruikbaar: pasta klaar. Hij zal van zijn broer kleren beëindigen.

  • Arriver au terme d'une période : J'ai fini mon mois de vacances.

    Aankomst aan het einde van een periode: Ik ben klaar met mijn maand van vakantie.

  • Passer la dernière partie d'une action, d'une période de telle ou telle manière : Finir la soirée chez des amis.

    Het laatste deel van een actie, besteden een periode van bepaalde manier: eindigen de avond met vrienden.

  • Arriver au terme de sa vie, de sa carrière dans tel lieu ou dans tel état : Finir sa vie à la campagne.

    Aankomst aan het einde van zijn leven, zijn carrière in zo'n plek of in dergelijke staat: het einde van zijn leven op het platteland.

  • Familier. Cesser une action, un discours qui agacent, importunent : Tu as fini ?

    Vertrouwd. Stop actie, een toespraak die irriteren, nag: bent u gedaan?

Vyhľadať slová

Vylepšite svoj zážitok