faucha-faucha: significat, definicions i traduccions

diccionari Francès%dictionary_xs%Neerlandès

Què és faucha? faucha és faucha

Què és faucha?

  • Couper l'herbe ou les céréales à la faux ou avec une machine.

    Maai gras of graan met een zeis of met een machine.

  • En parlant du vent, de la pluie, etc., abattre, détruire des plantes : La grêle a fauché les blés.

    Over wind, regen, enz. gesproken, het vellen, vernietigen van planten: hagel heeft de tarwe neergemaaid.

  • Couper quelque chose avec un instrument tranchant : La scie mécanique lui faucha deux doigts.

    Iets snijden met een scherp voorwerp: De elektrische zaag sneed twee van zijn vingers af.

  • Tuer, abattre quelqu'un, en parlant d'une arme ou de la mort : Une rafale de mitraillette les a fauchés dans la rue.

    Doden, iemand neerschieten, praten over een wapen of de dood: een salvo van mitrailleurvuur maaide ze neer op straat.

  • Renverser quelqu'un : Il le faucha d'un croc-en-jambe en pleine course.

    Iemand neerhalen: Hij maaide ze neer met een haak in het midden van een ren.

  • Populaire. Voler, prendre quelque chose à quelqu'un ; barboter : On m'a fauché mon portefeuille.

    Populair. Stelen, iets van iemand afpakken; Splash: Mijn portemonnee werd geduwd.

  • Exécuter un tir de fauchage .

    Voer een maaischot uit.

Cerca paraules

Millora la teva experiència