mover-verplaatsen: meaning, definitions and translations

Spanish dictionarySpanishDutch

What is mover? mover is verplaatsen

What is verplaatsen?

  • tr. Hacer que un cuerpo ocupe lugar distinto del que ocupa. También prnl.: en este juego no vale moverse.

    Tr. Laat een lichaam er anders uitzien dan het lichaam bezet. Ook prnl.: in dit spel is het niet de moeite waard om te bewegen.

  • Menear o agitar una cosa o parte de algún cuerpo: mover la cabeza. También prnl.: la bandera se movía con el viento.

    Schud of schud een ding of een deel van een lichaam: beweeg je hoofd. Ook prnl.: de vlag bewoog mee met de wind.

  • Hacer que algo funcione: la biela mueve la rueda.

    Laat iets werken: de drijfstang beweegt het wiel.

  • Persuadir: tus argumentos le movieron a aceptarlo.

    Overtuig: jouw argumenten hebben hem ertoe aangetrokken het te accepteren.

  • Causar, ocasionar, producir algo, especialmente un sentimiento.♦ Se usa con la prep. a: mover a piedad.
  • Alterar, conmover: no la movieron tus súplicas.

    Alter, move: het werd niet bewogen door uw pleidooien.

  • Producir: mover la discordia.

    Produceren: onenigheid verplaatsen.

  • Hacer que algo sea más eficaz o vaya más deprisa: mover un asunto.

    Maak iets effectiever of ga sneller: verplaats een probleem.

  • prnl. Echar a andar, irse: ¿nos movemos o nos quedamos un poco más?

    prnl. Aan de slag, weg: verhuizen we of blijven we wat langer?

  • Saber actuar, comportarse: se mueve muy bien en los círculos de la aristocracia.

    Weten hoe te handelen, zich gedragen: hij beweegt zich heel goed in de kringen van de aristocratie.

  • Darse prisa: muévete si quieres llegar a tiempo para coger el tren.♦ Irreg. Véase conj. modelo.

Search words

Upgrade your experience