dream-droom: meaning, definitions and translations

English dictionaryEnglishDutch

What is dream? dream is droom

What is droom?

  • A series of images, ideas, emotions, and sensations occurring involuntarily in the mind during certain stages of sleep.

    Een reeks beelden, ideeën, emoties en sensaties die onvrijwillig in de geest optreden tijdens bepaalde slaapfasen.

  • A daydream; a reverie.

    Een dagdroom; een mijmering.

  • A state of abstraction; a trance.

    Een staat van abstractie; een trance.

  • A wild fancy or hope.

    Een wilde fantasie of hoop.

  • A condition or achievement that is longed for; an aspiration: a dream of owning their own business.

    Een voorwaarde of prestatie waar naar wordt verlangd; een streven: een droom om een eigen bedrijf te hebben.

  • One that is exceptionally gratifying, excellent, or beautiful: Our new car runs like a dream.

    Eentje die uitzonderlijk bevredigend, uitstekend of mooi is: Onze nieuwe auto loopt als een droom.

  • To experience a dream in sleep: dreamed of meeting an old friend.

    Om een droom in slaap te ervaren: droomde van het ontmoeten van een oude vriend.

  • To daydream.

    Om te dagdromen.

  • To have a deep aspiration: dreaming of a world at peace.

    Om een diepe aspiratie te hebben: dromen van een wereld in vrede.

  • To regard something as feasible or practical: I wouldn't dream of trick skiing on icy slopes.

    Om iets als haalbaar of praktisch te beschouwen: ik zou er niet van dromen om op ijzige pistes te skiën.

  • To experience a dream of while asleep: Did it storm last night, or did I dream it?

    Om een droom van te ervaren tijdens het slapen: Heeft het gisteravond gestormd, of heb ik het gedroomd?

  • To conceive of; imagine.

    Om te bedenken; zich verbeelden.

  • To pass (time) idly or in reverie.

    Om (de tijd) werkeloos of in mijmering door te brengen.

  • dream on Informal Used in the imperative to indicate that a statement or suggestion is improbable or unrealistic.

    droom op Informeel Gebruikt in de imperatief om aan te geven dat een uitspraak of suggestie onwaarschijnlijk of onrealistisch is.

  • dream up To invent; concoct: dreamed up a plan to corner the market.

    verzinnen Om uit te vinden; verzinsel: bedacht een plan om de markt in het nauw te drijven.

Search words

Upgrade your experience